In een horecakeuken worden kookluchten direct via de afzuigkap naar buiten afgevoerd. Om dit in balans te houden, moet dezelfde hoeveelheid lucht ook weer worden toegevoerd. Dit kan op twee manieren:
1. Natuurlijke luchttoevoer
Wanneer de afzuigkap lucht onttrekt aan de ruimte, ontstaat onderdruk (vacuüm). Via openingen zoals roosters, deuren, kieren en andere verbindingen met buiten stroomt dan automatisch verse buitenlucht naar binnen.
Aandachtspunten bij natuurlijke doorvoer:
• Zorg voor voldoende doorvoeropeningen om hoge luchtsnelheden en tocht te voorkomen.
• Te weinig openingen beperken de luchttoevoer en verminderen de capaciteit van de afzuiginstallatie.
• Plaats de toevoeropeningen bij voorkeur in de buurt van de afzuigkap. Dit voorkomt tocht in de rest van de keuken en bespaart op verwarmingskosten.
• Voorkom bij open keukens dat lucht via het restaurant wordt aangetrokken. Dit kan tocht bij gasten veroorzaken en het ventilatiesysteem ontregelen.
2. Mechanische luchttoevoer
Bij mechanische luchttoevoer wordt verse lucht actief de ruimte ingeblazen met behulp van een ventilator. Gebruik bij voorkeur een ventilatorbox met een luchtfilter, zodat stof, vuil en insecten worden tegengehouden. Dit is met name belangrijk voor de hygiëne in de keuken.
Houd hierbij rekening met het volgende:
• Compenseer ongeveer 80% van de luchtafvoer met actieve toevoer.
• Zorg dat de afzuigkap altijd meer afzuigt dan er wordt ingeblazen, om onderdruk te behouden. Zo verspreiden kooklucht en geuren zich niet naar andere ruimtes.
• Plaats de toevoerpunten bij voorkeur in de buurt van de afzuigkap om tocht en energieverlies te beperken.
• Breng de luchttoevoer gelijkmatig en rustig verspreid naar binnen.
Afhankelijk van de situatie kun je hiervoor gebruik maken van:
• Plafondroosters
• Wandroosters
• Airsocks
• Luchtkanalen met instelbare kanaalroosters
Aandachtspunt:
• Richt toevoerroosters nooit direct op werkplekken.
• Vermijd het plaatsen van plafondroosters direct boven werkzones.